Vleermeisje, leef je nog
Was ik het die zo-even
Krijsend in jou kruinen hing
Stierven wij die kleine dood
Of was jij het die een moord beging?
Vleermeisje roekeloos
Stapt parmantig af
Op elke onguur gezicht
Lacht naar doorlopende
Wenkbrauwen. Ogen
Vol vertrouwen. Zwart
Haar toont wat mededogen.
Vleermeisje, lig ik daar?
Mag ik, laat me kijken naar
Jouw tandafdrukken in mijn nek
Jouw nagels in mijn zij
Bloed dat op de lakens lekt
En vleermeisje zeg me: waren we vrij?