Vlak voor je aan het strand kwam,
Liep je langs een verlaten bunker.
“Die was van de Duitsers,” zei mam.
Herinneringen waarnaar je hunkert.
Bij de bunker stond een granaatappelboom
Die vooralsnog onbereikbaar was
Moeder vertelde van haar oom
Die in de oorlog was verast.
Spijt vervormde haar stem enigszins
Liever -maar dat was ongepast-
Had ze gehad dat haar vader was vergast
En in de ovens was gegooid daarginds
Zodat haar oom haar vader zou zijn geworden
Woorden van spijt, van kracht omgordden
Een doorgaans ijzeren stilzwijgen
Een karakter, oudere mensen eigen.