Die boom draagt mijn geschiedenis
Ze staat winterwarm en zomerfris
Nog voor mijn raam zodat de berk
Op ieder uur mijn uitzicht is.
Als ik deze wereld verlaat
Begraaf me dan onder een houten zerk
Die als ik wegrot zelf ook vergaat
Huil maar niet, hou je maar sterk.
Voor die enkele vriend de herinneringen,
Met goud omrand, aan een goeie maat
Ik heb geleefd, maar schaduwen verspringen
Zoals de gedichten die ik hier achterlaat.
Lieve ouders, die mij het leven gaven
En het niet begrepen hoor mij aan
Mochten jullie me ooit moeten begraven
Mijn woorden blijven hier stilaan.
Misschien heb ik van dit leven meer
Te vrezen, dit kille herhaal van bestaan
Om het bestaan. ’t Is me een eer
Hier weg te wezen en in de ochtend op te gaan.
Dank voor elke toevallige ontmoeting
Voor verhalen die elkaar kruisten voor een moment
Ik was de schaduw die voorbijging.
De boom bevat mijn testament.