De mensen geven de stad
haar geest haar sfeer zij ademt
ons we geven onze herinneringen
aan een stapel stenen die we dan
thuis noemen en omdat we meer
herinneringen hebben dan één huis
aankan zetten we er nog een paar
gebouwen naast die noemen we
winkel kerk kroeg school we nemen
er een baantje naast daarna richten
we onze achtertuin in en kopen
een hond de hond volgt ons al
die hoopjes stenen die we door
herinneringen ziel gaven noemen
we straten wijken steden zeven
sloten tegelijk Nergenshuizen
niet eens in het klein maar in
het middelgroot wat zou het
mooi zijn als de haven begon
op het Piusplein standsstrand
erbij helemaal goed wat zouden
onze huizen wijken steden
zich herinneren over ons
praten zij onderling over
hun ziel die eigenlijk onze
ziel is onze onsterfelijke
gezamenlijke ziel dat is
de stad zij overleeft ons
en onze hond het huis
weldra bewoond door
vreemden andere meubels
andere tuin en de stad
herinnert zich ons nog
enkel op papier overleden
inmiddels en administratief
afgehandeld.