Ik strijd met banvloek en met woordenschat
In een wereld die mijn strijd misschien begrijpt
Intolerante driftgedachten postgevat
Zaagselkoppen in de macht der wens gerijpt.
Ik vecht voor de geijkte idealen
En ik snap niet waarom geweld nog overheerst
In een leven rechtgezet langs linialen
Slaan we door, dan toch heel beheerst.
Ik bestrijd het eindeloze conformisme
Zonder vrijheid zijn gedachten minder waard
Ik bestrijd het vergeten van wat gister was
Elk geweten ontdekt daar zijn aard.
Mijn verdediging is enkel een soort oergevoel
Dat de wereld van angsten is vervuld
Jij zegt: “dat gevoel van jou dat streeft zijn doel voorbij,”
Met zoveel stelligheid dat wij zijn uitgeluld.
En dus verval ik van lieverlee in zwijgen
Waardoor jij denkt nog gelijk te hebben ook
Een karaktertrekje oudere mensen eigen
Vastgeroest tot in elke knook.
Ik geloof dat we allen beter af zijn als
Elk willen een weten wordt op zich
Elke letter in het ritme van een Weense wals
Is steeds een strofe in een nieuw gedicht.
Ik geloof in een wereld die zo objectief is
Dat geweld zijn plaats er niet in heeft
In gedachten -in een leven dat me even lief is-
Voor te vallen, terwijl je zweeft.
Wil je weten of ik aan je dacht vanmorgen
Wil je weten waar mijn zorgen waren toen
Opgeborgen in het halfbewuste voorgeborchte
Van de waarheid en het blazoen.