Meestal is er toch nog wel
Een moment van stilte, oase
Van rust in het strakke ritme
Van de tweekwartsmaat. Bedaar,
Bedaar toch en verraad me de
Antwoorden op prangende vragen.
Het sloopt in mij, er is
Volbracht en nog nooit was
Een einde voller. Welk, want
Wat was zal nooit meer. Bekend
Gevoel, andere schijn, schijnt
Schijnt het. Stiekem was er dat
Wat nooit werkelijk werd.
Het lijkt niet zo’n probleem,
Want er is niks. Er is enkel
Die agressie, en in de rondte
Is niets te zien; wie welk wat
En waar lopen niet parallel aan
Terloopse bewegingen van oog en
Geest. Alles een zee van bedoelingen
En ongestoorde vermoeienissen.
Gedachtekronkels.
Gedacht of gedicht,
Verward of verlicht?