De stem van de dwerg is een fontein
Van whiskey, vanwaaruit een amoebe zich
Slepend een weg zoekt naat het licht.
In deze muur van geluid een weergaloos
Verlangen naar de extase van een vorig
Leven, waarvan we ons toch nooit iets zullen
Herinneren, omdat we nu nuchter zijn.
Amoebisch geschoeide stieren zwalken
Door kristallijnen decors, langs
Koeien en een wei op zoek naar nieuwe
Stromen van adrenaline. Voortreffelijk
Gemengd het ritme ontmoet een tapijt
Vol gitaar ontsnapt aan terloopse
Eenzijdigheid.
Dan stijgt de muziek op; zij zweeft,
Maar zweeft haar niet. Muziek is altijd
Amorf, nooit amoebe. De whiskey van de
Dwerg smaakt als een zonnestraal die het
Oor raakt vervolgens vervliegt en plaats
Maakt voor andere stralen.