Als kind had ik een spelletje:
De wereld was een bol
Die ik rond kon draaien.
En dan prikte ik met mijn vinger
Op een willekeurig plekje;
Daar zou ik later vast en
Zeker komen wonen.
Het spel dat is herinnering,
M’n wereldbol kapot.
Ik leef in nog steeds dezelfde
Woning,
In nog steeds dezelfde
Buurt,
Met nog steeds dezelfde
Mensen,
Die enkel maar wat ouder geworden zijn.