Ze neemt je zonder
woorden mee naar
een park in de polder
ze lacht daar geluidloos
en legt zich bij je neer
een stille handeling
die hier nog mag
ze krijgt blosjes
op haar wangen
als ze opgewonden
is één geen zuchtje
wind het gras riekt
naar pas gemaaid
ze houdt haar adem
in sterft een kort
moment en wordt
opnieuw geboren.