De dagen zijn stroperig
geworden de stad toevallig
en de tijd haalt trucjes uit
in mijn hoofd nu zie je me
wel nu zie je me niet er ligt
nog zoveel tijd in ’t verschiet
er is hoewel minder nog altijd
veel mogelijk en de echte
rijkdom huist in je hoofd
in je hart nooit in je platte
achterzak wie een brug
bouwt naar een ander zal
toch eerst zelf over moeten
steken anders blijft het
wachten op de ander ik
bouwde die brug stak de
brug over ik legde mi’n
hart neer bij uw voordeur
ik ging weer naar huis
in de hoop dat u mijn
hart had gevonden
en ook de tocht over
mijn brug zou durven
wagen nu zie je me wel
nu zie ik u niet.